Creatief schrijven
We moesten dit jaar ook wel eens 'creatief schrijven'.
Zelf vind ik dit een heel erg leuk onderwerp. Je kan gewoon
al je fantasie kwijt, eigenlijk. Dat vind ik heel leuk. Vroeger
schreef ik ook altijd van dat soort verhaaltjes, dus het doet
me daar wel aan denken. Dat deed ik eigenlijk al toen ik 3
jaar oud was. Niet dat ik toen heel veel kon schrijven, maar
wat ik kon schrijven, schreef ik op! Ik heb in ieder geval heel
veel plezier in het schrijven van deze verhaaltjes. Ik hoop dat
u ook veel plezier heeft in het lezen!
Dit jaar moesten wij als eerste fictie-opdracht een paar
gegevens invullen over ons zelf bedachte personage. De gegevens
die we moesten invullen waren:
- Naam
- Leeftijd
- Lievelingseten
- Land waar hij/zij woont
- Getrouwd/kinderen?
En daar moesten we een verhaal over schrijven. Maar natuurlijk
wel met een opdracht. Ons verhaal moest beginnen met deze
zin:
(Naam personage) zat in de keuken, de dag nadat de wereld was
vergaan.
Ik vond dit echt een hele leuke opdracht. En heb mijn best gedaan!
Hier onder kan u mijn verhaal lezen. Ik vind eigenlijk dat mijn verhaal
meer een soort begin van een verhaal is, en dat het nog lang niet af is.
Maar ik kon natuurlijk niet een heel lang verhaal maken! Daarom heb
ik het zo geschreven dat het nog verder zou kunnen gaan. Veel leesplezier!
Naam: Laila
Leeftijd: 17
Lievelingseten: Lasagne
Land waar hij/zij woont: Spanje
Getrouwd/kinderen: Niet getrouwd, geen kinderen
Laila zat alleen in de keuken, de dag nadat de wereld was vergaan. Ze zat na te denken, over gisteren.
Ze zat in de tuin haar huiswerk te maken, terwijl haar vader en moeder aan het werk waren, en haar zus in de tuin zat te zonnen. Het was een mooie dag, zoals altijd in Spanje, en ze zou nooit verwachten dat er iets zou gebeuren.
‘Je zit in mijn zon,’ hoort ze haar zus achter haar rug zeggen. ‘Ga dan ergens anders zitten,’ zegt Laila terug. ‘Als je nu niet ergens anders gaat zitten dan vertel ik pap en mam dat je gisteren gedronken hebt,’ dreigt haar zus. ‘Prima, doe wat je wil, dan vertel ik aan pap en mam dat je gisteren helemaal niet thuis was, maar aan het feesten was bij..’ Ineens wordt de zon steeds minder fel. ‘Wat is dit?’ vraagt Laila aan haar zus. ‘Gewoon een wolk, stel je niet zo aan.’ Laila hoort de deurbel, en opent de deur. Daar staat de buurvrouw. ‘Hallo Laila, hoe gaat het?’ vraagt ze vriendelijk. Ondertussen wordt het steeds donkerder. ‘Goed hoor,’ antwoordt ze. ‘Ik heb koekjes voor je gebakken.’ Laila pakt ze aan. De buurvrouw komt bijna elke dag weer iets brengen, en dan is ze niet meer weg te krijgen. Vorige week heeft Laila een uur met haar staan kletsen. En Laila heeft heel veel geklaagd over haar zus, bij haar buurvrouw.
Een kwartier later horen ze allemaal gerommel. Het lijkt wel alsof er rotsblokken ergens op vallen of zo. En ineens een supergrote bonk, Laila valt bijna om. ‘Wat is dat?!’ ‘Het zijn vast van die stomme hangjongeren met hun vuurwerk,’ zegt Laila’s buurvrouw. Ze loopt de straat op en valt bijna van haar straat af. Voor haar ziet ze een groot gat. Langzaam vallen de straattegels in het gat, steeds verder haar kant op. Laila draait zich om als ze haar zus hoort schreeuwen: ‘Heeeelp, alsjeblieft! Lailaaaa!’ Maar aan de andere kant ziet ze haar arme oude buurvrouw, die helemaal aan de andere kant aan de klif hangt. Laila staat er tussenin. Wie moet ze redden? Haar zus ik gewoon de gemeenste persoon die ze kent, maar het blijft wel haar zus. En de buurvrouw is altijd zo lief voor haar, maar die is ook al zo oud.. ‘Laila snel!’ hoort ze haar zus. En dan laat haar zus haar laatste hand los. Laila hoort hard geschreeuw en rent snel naar haar buurvrouw toe, en wil haar hand pakken. Maar dan valt haar buurvrouw ook, ze is te laat. Laila heeft niemand kunnen redden...
Voor deze opdracht heb ik een 6 gekregen.
Hier ziet u een andere schrijfopdracht, die ik ook heel leuk vond om te maken. Maar best wel moeilijk!
Opdracht: 2099 Het is 2099. Je bent 16 jaar. Beschrijf een dag uit je leven. Je hebt met minstens 2 mensen een gesprek, gebruik correct je aanhalings- en sluittekens.
Ik word wakker door mijn wekker, en ga mijn bed uit. Ik stop mijn lenzen in het apparaat en ik zet er even de antwoorden van mijn toets nederlands op. Dat wordt weer een 10! Ik ga in mijn aankleed-apparaat staan, klik even op de kledingstukken die ik vandaag aan wil, druk op de knop, en ben aangekleed. Ik ga even aan mijn kaptafel zitten, en klik de look ‘basic’ aan. Alleen een beetje mascara en wat lippenbalsem wordt er door de robothanden die uit mijn kaptafel komen aangebracht. Ik loop naar beneden en pak even een voedingstofpil, omdat ik geen tijd meer heb om eten klaar te maken. Ik merk dat ik een beetje te veel heb gepakt, ik zit bomvol. Een half pilletje is wel genoeg. Ik pak mijn schooltas, zeg mijn moeder gedag, en ga naar buiten. Daar ga ik op mijn oxboard staan. Ik klik op een knopje, en de vleugels komen naar buiten. Ineens vliegt mijn oxboard in de lucht, en ik vlieg naar school. Als ik eenmaal bij mijn kluisje sta, scan ik even mijn gezicht, en hij gaat open. Daar zie ik mijn vriendin al aan komen wandelen. We gaan op “de trap” staan, en zijn binnen 1 seconde boven. Als we aan tafel zitten zeg ik tegen mijn vriendin: ‘ Weet je, mijn oma had vroeger ook al een trap!’ ‘Maar hoe kan dat? Toen was het toch veel minder modern?’ zegt mijn vriendin verbaasd. ‘Ja, toen moesten ze nog helemaal omhoog lopen, en waren ze helemaal uitgeput, vertelde mijn oma.’ zeg ik. ‘Dus net als bij gym? Dat lijkt me zwaar!’
Die middag ga ik gezellig naar het strand, samen met mijn vriendinnen. Maar van de zon kunnen we niet genieten. ‘Wat vervelend, al die auto’s vliegen voor de zon, kunnen ze niet ergens anders gaan vliegen?!’ moppert mijn vriendin. ‘We liggen hier onder een snelweg, ik denk dat we de volgende keer maar ergens anders heen moeten gaan.’ zeg ik.